Reisverslag Nicolaus Lambertus Joannes Bouvy door M.M.F.Bouvy

58

Kortom men kan niets praktiseren dat men bij krijgsoperatieen gebruikt of het wordt daar gemaakt en bijzonder in de tijd dat ik daar was dat men alle dagen bezig was om krijgsbehoeftens van Baiafos te zenden.

Verder is merkwaardig het gebouw genaamd mosasaurus zijnde het paleis Royaal wanneer de koninklijke familie hier is.

Dit paleis is oorspronkelijk van de Moren en werd tot heden superbe onderhouden. Men heeft er zeer veel fonteinwerk, alsmede een doolhof: de rest van de tuin is een superbe bos, alleen van citroen en chinand appelen bomen, hetgeen een aangenaam gezicht en reuk geeft, veel meer zoals ik het gevonden heb, te weten in bomen in volle bloei stonden de muren zijn ook met die bomen beplant hetgeen een verrukkend gezicht geeft.

De feesten die hier gevierd worden in de heilige week, of de laatste week van de vasten gaan met zeer veel pracht en kosten vergezeld een bijzonder de processie.

Het graf of monument dat men in deze week, in de kathedrale kerk plaatst is alle prachtigste en groot en van een superbe architectuur, met verscheidene levensgrote beelden. La Custodia, die in het zelve sraat is van zilver en weegt 1325 ??, De lampen die in het zelve branden zijn alle zilver. Daar branden in het voorgemelde monument meer als 1000 lichten: men verzekerde mij dat in die week,

59

of wel die 2 dagen aldaar branden olie en ?? waskaarsen. In het kort het is een superbe stuk, hebbende gekost f.60000. Bij deze gelegenheid heb ik gezien de kostbaarheden die in de kathedrale kerk gevonden worden: onder andere een custodia van puur goud wegende 235?? en verscheidene andere briljante stukken. Ik vertrok vandaar wederom na Cadix langs de rivier de 19 april, wij waren negen in getal en daar dien de wegen zeer onveilig waren, ze resolveerden wij om langs de rivier af te zakken na St Lucas en ware Cadiz niet door de Engelsen niet geblokkeerd geweest, hadden wij direct direct door na Cadiz gezeild: en vermits ons arrivement van de goede wind afhing moesten wij ons braaf voorzien van levensmiddelen en ingrediënten om het eten klaar te maken zoals potten, pannen, lepels, vielen olie, azijn, zeep, zout, kaarsen, etc. Een onzer nam de bezorging op zich en alzo er dezelfde dag stieren gevechten waren, wordt het wel 10 uren des avonds alvorens wij onder zeil gingen. Op het punt van ons vertrek zijnde, wierd er vooraf gevraagd of voor alles gezorgd was, hetwelk met ja beantwoord wierd, want alhoewel het een binnenlandse rivier is, vindt men onderweg niets. Nadat wij 2 uren gezeild hadden, werd er gedacht om te souperen wij hadden wat kroppen meegenomen zodat ik aanstonds handen aan het werk sloeg om

60

wat salade schoon te maken en wat eieren te kopen. Ik had ook enige koude patrijzen, maar wij moesten alles zelf doen: tot de vuurpot incluis hadden wij tussen ons staan om de eieren te koken: stoelen noch banken hadden wij niet, zodat wij alles moesten doen op een grond zittende. Het eerste gebrek was dat wij kaarsen hadden maar geen kandelaar. Hiertoe namen wij een fles. Wij hadden ook geen tafel. Nadat wij wel gegeten en gedronken hadden zocht eenieder maar een best plaatsje om te slapen alwaar mijn Spaanse mantel wederom zeer goed te pas kwam. Ik maakte van dezelve mijn bed op de grond, naam mijn mantelzak voor een hoofdkussen en ging zo slapen.

Nu moesten wij de andere dag weer eten en alzo men niet gewoon is soep te gebruiken zonder alle de behoorlijke ingrediënten van Spaanse erwten, specerijen, vlees, spek, wordt, kool, uien etc. Zo moesten des nachts de erwten in het water gezet worden om te werken, maar het geval wilde dat toen wij degelijk te slapen leiden onder malkander, zo viel mij de pot die niet goed vast gemaakt was om ver in het midden van ons. Gelukkig heb ik er niets van gehad. Er werd voort een andere pot in de plaats gezet. Des morgens werd er Chocolat gekookt, om te ontbijten, hetgeen alles wel ging, maar toen het middag werd een onze pot niet koken wilde, toen was een ijder kok over te gaan,

61

die er zich mede gechargeerd had, liet de boel varen, enfin een ijzer gaf zijn gevoelen te kennen, maar niet dat al de pot wilde niet koken, zodat des achtermiddags te 5 uren wij nog altijd dezelfde waren. Het was los wier, regende en waaide braaf, zodat alles gesloten was. De rook van de houtskolen en het gewibbel van de schuit deed ons allen van aangezicht veranderen, en vooral als wij de pot aankoken, was het genoegen alles uit te Spouwen, hetwelk ook een voor een geschiedde, waaronder zelfs lieden die 2 a 3 reizen op de Spaanse west gedaan hadden, anderen die verklaarden nooit zeeziek geweest te zijn, deden mede hun best een ik desgelijks en werd weinig aan de pot gedacht, doch hij bleef altoos maar op het vuur staan. Omtrent 7 uren begon het zodanig te waaien dat wij het anker lieten vallen en ons aan wal zetten. Zodra wij uit de benauwdheid van het vuur en de lelijke stank van het gespouw waren, kregen wij allen nieuwe moed en trek tot eten. De pot die nu al gestaan had van 8 uren des morgens tot half acht des avonds, kookte nog niet; wij namen dezelve aan land en gingen daar aan het stoken. Wij lieten onderwijlen, de schuit die er van binnen vreselijk uit zag, schoonmaken. Binnen half uur was alles gereed, en de pot kookte eindelijk, zodat wij gingen wederom in de schuit op ons gaat zitten en begonnen van

62

te eten van onze soep en pollagie, maar doordien het spel van des morgens tot des avonds aldoor had staan warmen, werd ik misselijk alleen van het aan te zien. De anderen aten wel, maar evenwel niet meer graagte. Des avonds om 10 uren begon het weer te bedaren, wij gingen toen onder zeil en arriveerden des anderen dag s morgens te 5 uren te St Lucas. Het was mij genoeg afgeraden om langs de rivier te gaan, alzo het altijd sukkel werk is, maar alzo ik over land gekomen was, had ik liefhebberij te zien hoe die rivier geschampen was. Het heeft mij in zeker opzicht niet berouwd dezelve bezigheid te hebben om na Sivilie te zeilen, zijnde de rivier vol bochten, en dus zo heeft men alle winden nodig en somtijds gaat de stroom zo hard dat men niets kan avanceren. Het gebeurt somtijds dat van St Lucas na Sivilie, zijnde een distantie van 20 mijlen, de schepen 6 weken onderweg blijven. Te St Lucas komende, hetgeen een klein plaatsje is, maar rijk en abondant in wijnen, namen wij een rijtuig, hetwelk ons te Port St Maria bracht een lieten ons ons zo vervolgens na Cadis over zetten. Cadis is een kleine stad, maar zeer volkrijk en met zware muren omringd. De stad zelve is een eiland zodat

63

men rondom in de zee ziet, de huizen hebben geen dalen, maar een plaat van t welk men enige mijlen ver in zee kan zien. Men heeft er 2 wandelwegen. De ene La Puerta Tierra en de andere La Almeda genaamd. De eerste is voor het winter- en de ander voor het zomerseizoen. De Almeda is de beste wandeling, zijnde langs de zee en des namiddags of wel s avonds is dezelve vol volk, alleen gezeten op banken dewelke zich des avonds daar wel diverteren rokende sigaartjes een cortefando de juffertjes. Dezen heb ik hier gevonden de schoonste en wel geklede van heel Spanje. Zij gaan superbe te been en met zeer veel pracht, de schoenen en kousen altoos netjes en wel in orde. Men vindt hier vrouwen die schoenen dragen die meer als f.40 kosten, alsmede witte zijden kousen met gouden klinken. In het kort het is een plezier en vrouw aldaar te zien marcheren, de gratie en aangename beweging die zij in het gaan hebben is verwonderlijk. Een vreemdeling wordt hier superbe ontvangen en zeer veel eer bewezen, zoals ik ondervonden heb. Het is een plaats waar veel negotie is, maar toen ik er was, was er niets te doen om reden het Engelse esquader, bestaande uit 21 schepen van Linie, de haven geblokkeerd hielden,

64

en lieten geen schepen binnenkomen, somtijds naderden zij zo dicht dat het kasteel van de stad er op vuurde. Amusement is er niet veel als alleen dat de kooplieden hier extra gastvrij zijn, men heeft er ook een schouwburg en des winters nu een dan ball. Koffiehuizen mankeren er niet. Des zomers heeft men nogal enig divertissement, namelijk als dan gaan de meeste lieden na chiclana, zijnde een plaatsje 3 uren van Cadiz, alwaar het zeer plezierig en ongegeneerd is, ja al wilde men in zijn nachtgewaad op straat gaan, er wordt niets van gezegd. Tegen dat die tijd aankomt, dat gemaanlijk gestried in het laatst van May dan heeft men somtijds Borricadas, dat wil zeggen dat men somtijds gezelschappen vindt van 60, 80, 100, 150 personen, allen op ezels, van gelijken de juffrouwen, hetgeen een naar figuur geeft een tevens amusant is, uit hoofde van de grappen die men met die dieren maakt. Ik heb eens voor een ezel driedubbel geld moeten betalen, meer als voor een paard. De Baai is ook de moeite waard om te zien. Enfin Cadiz is klein maar heeft mij bijzonder behaagd.

Den 16 May naam ik de grote reis aan na Holland over land en reed met de brieven

65

post tot Madrid zijnde 100 mijlen. Voor ijder mijl betaalt men 5 RVn en daarenboven een fooi aan de piston, maar als men met de post wil gaan moet men een permissie biljet, waarvoor men betaalt 37 RVn zijnde f.4,10. Des nachts om 12 uren vertrekt de post van Cadiz maar voordien dezelve over land gaat, zo komt dezelve des morgens te a 5 uren eerst te post St Maria, hetwelk aan de overzijde van Cadiz ligt. Ik besloot derhalve, live de rivier te passeren, hetgeen men als de wind voordelig is in een uur kan zeilen. Ik vertrok dan des middagslaapje te 5 uren van Cadiz, liet mij met een zeilschuit overzetten en arriveerde te 6 uren te P St Maria, alwaar ik vroeg soupeerde en na bed ging, om des morgens bijtijds bij de hand te wezen, als de post van Cadiz aldaar arriveerde. Dit deed ik om de nacht wakend uit te winnen. Te 5 uren arriveerde hij aldaar, ik ging met hem opzitten te paard en passeerde de steden Xedez, Cuesbo, Las Torras de Alicante, Higueras, Ultreza, Akcala, Villa Martin, Carnona, La Vente de la Portugees, Luciana, Esciga, La Carlotta, Cordoba, Casablanca blance del Reij, Carpio, Aldea, Anduxar, Casablanca del Reij, Baijlen, Guroman, la R…

66

Carolina, Ste Helena, la Concepcion, Ste Cruz de Niets, Val de Penas, Consolacion Manzanares, L? Ca V del Rey, Villa Alta Puerto de Lapiche, Mandilafos, la Cana de Higuera, Temblikke, la Guerdi, Occana Aranjuez, zijnde in alles 92 mijlen, dewelk ik aflegde in 5 dagen, reizende dag en nacht door, zonder slapen hetwelk mij in ‘t geheel kwam te staan op RVn 920. Als 92 mijlen a 5 RVn …..460- alle bovengenoemde plaatsen zijn posthuizen, alwaar men de paarden verwisselt zijnde in t geheel 36 a 2 Rv: voor een fooitje ……72-. aan de conductor tot Cordoba en een 2de conductor tot Aranjuez ……280- verteerd onderweg ……108-

RV 920-, zijnde bijna f.115-

Te Aranjuez gearriveerd zijnde, bleef ik aldaar 2 dagen om uit te rusten. Ondertussen heb ik alles wat daar te zien was bezichtigd. Dit is mede een buitenverblijf van de koninklijke familie. Ik heb hetzelve het schoonste gevonden van allen die ik tot nog toe gezien heb. Men vindt daar buitengemeen veel geboomte, schone in kostelijke tuinen, meest uit de natuur bestaande: de rivier de Tago vloeit hier door de tuin en bijgevolg voorbij het paleis. In de rivier liggen 3 vaartuigen met al hun

67

toebehoren ten anker te weten 1 oorlogsfregat en 2 kleinere schepen, dewelken op zon- en feestdagen vlaggen, hetgeen een verrukkelijk gezicht geeft, vooral in de tuin zijnde, alzo het een zeehaven schijnt te zijn. In deze tuinen zijn kostelijke fonteinen en de koning heeft er een superbe sloep, waarmede hij zich nu en dan in de rivier laat op en neer roeien. El desembarradero of Kaai met trappen is met een schans voorzien waarop kanon legt zo dat het van verre en vesting gelijkt. Kortom het is hier de 6 eerste maanden van t jaar (als wanneer de koninklijke familie zich daar ophoudt) zeer aangenaam, en doordien het niet meer als 8 mijlen van Madrid is, zo komt een gaat hier gedurig volk, maar wanneer de koninklijke familie hier niet is, is het een geheel doods plaatsje. Men heeft er ook een schouwburg, maar alles is vreselijk duur, alzo in de tijd van 6 maanden t geld voor t hele jaar moet gewonnen worden. Ik vertrok van daar na Madrid met de fayelon, zijnde hetzelfde rijtuig als waarvan ik reeds gesproken heb: ik betaalde voor mijn plaats f.5-, de bagage vrij. Ik vertrok des morgens te 6 uren te Madrid aldaar heb ik 4 à 5 dagen stil geweest om enige vrienden te bezoeken. Voor de rest, heb

68

ik reeds gezegd, alles wat er te zien is, behalve dat ik daar 3 personen heb zitten hangen en geselen; op de manier die ik nader zal verhalen.

Ik vertrok vandaar den ?? na Bilbao met een Mula depasso, of een muilezel, en een wegwijzer vooruit, ik conditioneerde met hem om mij voor RVn 500- in Bilbao te brengen, alle onkosten van mij en mijn ezel voor zijn rekening. Wij passeerden de steden Alcovendas, St Sebastian, St Augustin, la Vermits de Pedrozuela, Cava nillas, La Cubeberaden,Lozoyuela, Buytrago, Robregorde, Domosierra, La Vita de Guanilla, Cerecillo, Castillego, Boceguillas, Caravia fresnillo de Fuente, la Onrubia, la Parasolland milagros, fuente Espina, Arandaduero, Gremiel dizam, Bahabon, Lerma, Madriga Lefo, Cogollos, Startsein, Burgos, 41 mijlen.

Gamonal, Villafria, Rubina, Guintana, pulla Monasterie de Rodillas, St Olaya, Luintanavives, Castillego de peones, pradane Bribievea, la Venta de Camaro, Gasalena, Ste Maria, Zuneda, Pancorbo, Ste Gudea, Berrjada, la Venta del Monte, Osma, Serberana, La Venta de la Pena, Ordunna, Murrio, Lugando, Llodia y arreta, Miravalles, Arrigoviega, la Vita Alte, Bilbao, 69 mijlen: de weg tot Burgos

69

is niet al te best, maar men is thans bezig dezelve goed te maken, alhoewel het nog enige jaren duren kan. De weg van Burgos tot Bilbao is superbe, maar de herbergen zijn zeer slecht, men vindt er niets te eten en ook geen bed om op te slapen: het vlees dat men eet is taaier als een leren lap, zoals men licht begrijpen kan, alzo men de hoenders ca een uur nadat dezelven geslacht zijn op tafel heeft. Een avond was er absoluut niet anders te bekomen als een lam hetwelk men des avonds om 7 uren kocht voor f.2.10 en om 9 uren waren wij al bezig om van te eten. Op een andere tijd en speenvarken op dezelfde wijze. Het is mij gebeurd dat ik voor de verfrissing als wilde eten, ik had ten dien einde de kroppen uit een plaatsje meegebracht, maar in het ganse dorp was geen druppel azijn te bekomen, ja zelfs tot bij de pastoor incluis gestuurd, maar was niets te bekomen. Op een andere tijd was er geen wijn te bekomen. Kortom het is naar. Den juni arriveerden te Bilbao, vertrok vandaar den 22e na Bayonne, te Post, maar ik moest mij eerst tot Mondragon laten brengen om reden dat van Bilbao tot Mondragon geen post geetabliseerd is. Ik huurde 2

70

paarden voor RV 140 om mijn te Mondragon te brengen (zijnde 9 mijlen) alle onkosten van onderhoud voor de verhuurders rekening. Ik vertrok te 4 uren, en arriveerde des achtermiddags te 3 uren te Mondragon. Ik adresseerde mij aan het Posthuis om een permissie te nemen waarvoor ik betaalde 37 RV, zodra ik hetzelve had bekomen, ging ik nog dezelfde middag op reis en des dat van 5 tot 10 uren nog 10,5 mijlen tot Tollosa. Des morgens om 5 uren ging ik weer opzitten, en arriveerde te 1 uren te Bayonne. Dit deden wij alles te paard hetgeen verbaasd schielijk voortgaat, want om de 2 of 3 mijlen krijgt men frisse paarden: maar men kan begrijpen dat het tevens zeer fatiguant is, want men rijdt altoos in volle galop. Doch tevens heeft men ook het genoegen dat men in korte tijd de reis aflegt en dat men de bittere herbergen, niet nodig heeft. Van Bilbao tot Bayonne, passeerde ik de volgende plaatsen, als Mondragon, St Antonio zijnde de eerste post, Villa Real, de 2de, Villa Franca de 3de,  de 4de, Tollosa, Uzzuete de 5de, Omarsan de 6de, Yrun de 7de, Urune de 8ste, St Jean de Luz de 9de, Vidarte de 10de, Bayonne de 11de. Te Yrun

71

moet men zijn paspoort vertonen en opgeven hoeveel geld men bij zich heeft, en dit moet zeer accuraat geschieden, want van de som die men opgegeven heeft, krijgt men een paspoort, waarop de quantiteit geschreven staat, hetwelk men op de laatste bodem van Spanje, na Frankrijk overgeeft. Deze lieden hebben als dan het recht om te visiteren, of men met geld bij zich heeft als er in het paspoort staat, zo indien zij meer bevinden is alles prijs, daarom is het beter te veel aan te geven als te min doch echter meer als 2000 Realen of f.200 mag men niet uit Spanje nemen. Het gebeurt zelden dat men visiteert als men de Commiezen een fooi geeft laten zij u lopen zonder te visiteren. Te Oyarce (zijnde de eerste plaats van Frankrijk) moet men wederom t paspoort tonen, en er werd gevraagd of men contrabanden heeft. Zij visiteerden mij niet, ik wilde dus als in Spanje en fooi aan de commies geven, maar zij zeiden mij dat zij geen geld mochten aannemen. Van Bilbao tot Bayonne heeft mij met een en andere noodwendige uitgaven gekost 620 Realen de Vellon, zijnde circa f.77 voor 34 mijlen.

72

Bijvoegsel van verscheiden dingen en gewoontes die ik waargenomen heb gedurende mijn verblijf in Spanje.

Levenswijze.

Deze is geheel different met die in Holland en bijna ijder gedeelte of provincie van Spanje heeft zijn bijzondere manier, edoch het komt bijna op hetzelfde neer en bestaat meest uit het volgende. Het ontbijt in een tasse water chocolade met een stuk geroosterd brood waarop men drinkt een glas koud water. De middagspijs is een soep vooraf, daarna een schotel met 3, allerlei groentes, een stukje ossenvlees, een stukje spek, met enige worstjes ofwel varkensoren, waarvan de soep gekookt is, die men vooraf gegeten heeft. Daarna enige schotels hetzij wit of lamsvlees, doch weinig gebraad, het meestendeel gestoofd met sausen. De Spanjaarden zijn weinig liefhebbers van mosterd, maar gebruiken veel uien, knoflook, Spaanse peper, saffraan kaneel etc in hun spijs, tot de gemeente man incluis, zodat men in alle huishoudens hoe armoedig zij ook zijn en hoe weinig huisraad zij ook hebben het eerste en het beste dat men vindt is een

73

vijzel om de specerijen te stampen. Ik heb menigmaal verwonderd gestaan dat arme lieden die bij de weg met allerlei goederen lopen hun specerijen in de spijs niet wilden missen.

Het dessert is na de tijd van het jaar echter in het een of andere gedeelte machtig different. In Valencia, Muria heeft men het ganse jaar canteloepen, granaatappelen en kostelijke druiven. De avondmaaltijd bestaat in wat salade en gestoofd vlees, men gebruikt er altijd warme spijs, zowel des middags als des avonds. Men eet nooit 2 dagen van hetzelfde vlees, maar altijd vers. In enige plaatsen van Spanje, zoals te Pamplona neemt men s morgens om tien uren La Ley (zogenaamd) zijnde wat fruit met een stukje brood en kaas: en in ?? brengt men de fruit op tafel voor het eten. Over tafel drinkt men geen andere drank als wijn of water, dewelke hier goedkoop is. Maar ijder plaats heeft bijna een ander soort van wijn. In Alicante, Malaga en Xerez de la Frontera, Val de Penas,Pedro Ximenes, la Riosca zijn de beste wijnen. Voor de rest de wijnen die men in Castilië en de provinciën drinkt hebben allen een teersmaak, veroorzaakt doordien men de wijn aldaar in bokken of geitenvellen

74

doet, dewelken van binnen geteerd zijn. Te Madrid en de gehele kust van de Middellandse zee gaat men na den eten slapen hetwelk men op zijn Spaans noemt tomar la siesta, op dat tijdstip zijn alle winkels gesloten, zijnde alsdan zo warm dat men bij de straat niet gaan kan. De gastmalen zijn alle des middags een zelden s avonds, want men gaat gemeenlijk vroeg naar bed: echter heeft men des avonds van 8 tot 10 uren festicliaas zijnde zoveel als in Holland, Salet, alwaar men op een droogje zit, echter heb ik eens bijgewoond dat er refresco gepresenteerd wierd, als limonade of koud water met een stukje banket, hier mag men niet roken maar wel op de grond spouwen: de oude lieden spelen op de kaart, en de jonge lieden diverteren zich met met onder hun zelve pand te verbeuren etc. Een vreemdeling die eens in zo’n gezelschap is geïntroduceerd kan altijd weerom komen zonder genodigd te worden. Ik frequenteerde dezelven meestal om met de lieden bekend te raken en mij familiair met hun te maken, om bij aldien zij mij van enig nut konden zijn, te kunnen bedienen.